Eenzaamheid

De dag staat voor je als een muur,
de klok tikt langzaam, uur na uur.
Je gaat de vogels kruimels geven.
Die stoel voor ‘t raam, dat is je leven.


Een haan die op het tuinpad kraait.
Blij dat een buurkind naar je zwaait.
Je voelt je eenzaam, nutteloos.
Was jij het die dit lange leven koos?


Een collectant komt aan de deur
en haalt je even uit de sleur.
Je stem, die dag weer eens gehoor.
In de stoel dommel je voort.


De post met brieven in de hand.
Voor jou een envelop met zwarte rand.
Familie vrienden sterven om je heen.
Die eenzaamheid, je bent alleen…


Grietje Wolthuis-Huizingh