“Tsja doen?”

Vallen en opstaan…
Na al die maanden,
kijken we reikhalzend uit,
naar het einde van de zomervakantie.
Omdat hij dan weer naar school mag.
Zijn wereldje. Zijn bestaan.

Na al die maanden,
waarin zijn ogen en zware stem,
ons dagelijks zoeken en vinden met de vraag “tsja doen?”
Verwachtingsvol.
Maar nog steeds, blijft het een lastige vraag.
Althans, is het antwoord erop, lastig.
Want ja, wat kunnen we doen?
Waar anderen weer hollen, rennen, vliegen, doorgaan,
gaat het hier met vallen en opstaan,
vallen… en wéér opstaan.
Beperkt in vrijheid en meedoen,
rijgen de dagen zich aanéén,
tot weken, maanden,
van thuis de dag doorkomen.
Menig cake gebakken, maar de koek raakt nu op.
Bij hem en bij ons.

En daarom snakken we onderhand naar school en schoolvrienden,
De enige vrienden die hij heeft. En die hij mist in zijn wereld nu.
En is daar meteen ook de angst.
Voor contacten op school, met schoolvrienden.
Met juffen, meesters, in de taxi. Is het veilig? En voor hoe lang?
Met heel ons hart hopen we dat het goed gaat, dat het kan…

Want zijn eenzaamheid thuis doet ons pijn,
onze eigen eenzaamheid terzijde.
En onze kracht om er elke dag iets van te maken,
neemt af. We zijn moe, op…
Een schril contrast met de tomeloze energie van hen die weer rennen, hollen, doorgaan.
Of op de dam staan,
voor meer vrijheid in hún bestaan.

Reikhalzend kijken we uit naar het eind van de zomervakantie,
Laatste loodjes in zicht. Eindelijk.
Nog even doorgaan…. Een hittegolf trotseren. En dan….
Tsja, en dan… ?
Hij naar school, zijn wereldje, zijn bestaan!
en voor ons…
dan misschien een beetje ruimte voor omvallen en even niet opstaan?
Op hoop van zegen.
Door blijven gaan.