Eenzaamheid

Je wordt ouder,
je kinderen zijn uit huis.
Je wederhelft is heen gegaan.
Je zit alleen maar thuis.


De dagen duren lang,
weinig meer omhanden.
Turend achter ‘t vensterglas,
‘t gemis van innige banden.


Je kinderen hebben vaak geen tijd.
Hun knollen zijn voortdurend op…
Dan zit je daar te denken,
ja, wie verzint er nog een mop.


In gedachten, weggezonken,
ik wou, dat er maar iemand kwam.
Even een and’re sfeer,
al is het enkel maar gezwam.


Denkend aan je jeugd,
denkend aan het verleden.
Och was die tijd nog maar.
Wat is die tijd gegleden..!


Toch hoef je nooit alleen te zijn.
Er is altijd iemand om je heen.
Hij tilt je op en geeft je troost
en houdt je heel graag op de been.


Uitzien naar Hem doet leven.
Je toekomst ligt in ‘t verschiet.
Uitzien naar eeuwig leven…
Dat ontneemt je veel verdriet!


Bertus Meijers.